Ik grijp in
Ik neem de velden mee, ze hebben bessen nodig
en zet ze vast, vol gras.
Tot de herfst het zand opspant en de zonnedauw
zich om de vliegen rolt. Tot de bloemen
weer gaan liggen in dezelfde as.
Ik grijp in
In
alle zomers is de heide oud en bruin.
Geen zee, geen warme bomen.
De vlinders gaan in natte jaren
ook met een waaier nog niet open.
Geen zee, geen warme bomen.
De vlinders gaan in natte jaren
ook met een waaier nog niet open.
Ik neem de velden mee, ze hebben bessen nodig
en zet ze vast, vol gras.
Tot de herfst het zand opspant en de zonnedauw
zich om de vliegen rolt. Tot de bloemen
weer gaan liggen in dezelfde as.
in jouw gedicht wordt het ingrijpen haast een realiteit; heel mooie poëzie en vooral ook het ritme als je het hardop leest
BeantwoordenVerwijderenFijn. Dank je, Nellie.
BeantwoordenVerwijderen