Tot de rand
Tot de rand
Gehecht aan klanten serveren de kelners kussen
op de wangen en een half om half al was het tijd
op de wangen en een half om half al was het tijd
gevuld met wintergangers en witte dames,
een man die rust zoekt op de bank onder
een man die rust zoekt op de bank onder
de spiegels. Aan de klant is niets versleten,
galant tot in het diepst van zijn gedachten,
galant tot in het diepst van zijn gedachten,
alleen niet even blank. Zonder zegen moet
hij opstaan, een lege tafel verderop beproeven
hij opstaan, een lege tafel verderop beproeven
alsof er net een zoutvat is verbouwd, een vrouw
met overjas is aangeraakt.
met overjas is aangeraakt.
Onveranderd de locatie. Het art deco-licht
op het onvermogen is genadeloos.
op het onvermogen is genadeloos.
een bijzonder gedicht vanuit wisselend perspectief
BeantwoordenVerwijderen